Lofzang
er gaat een regenzucht langs
onderkoelde ramen. Ademstof
en huiverwater bedekken
hun woeste grond. Strijdig
met steen en straat, lichtvoetig
als kaalheid van tong en tederheid
van wijs te maken vreugde,
voortijdig en flinterdun
Gapend over kloven, onttrokken
aan oog en zwaarte, zich gewaar
van wenselijk dieptezicht. Of
onwaarneembaar, tenslotte
Geplaatst in de categorie: psychologie