Van woordenstorm naar winterslaap
Wind vliert voorlangs de efter
vlouwt een menigte brindels mee
een slijver zwaakt tegendraads
maar laat zich uitlaatst meegleren
met de vreemde woordenstroom
Ik staar door het raam
herfst lijkt nu weer begonnen
ook dieper in de spiegel kijkend
mis ik mijn trouwe ogenzon
zon, waar zijt gij
nu ik u wil zien
en dan is winter
nog slechts prenataal
Ik vloem de rijkels dicht
het lijkt toch weer tijd
voor onze winterslaap
verlang al naar je, lief
vergeet het maanlampje niet
Geplaatst in de categorie: jaargetijden