Jacob Ruijsdael, Gezicht op Haarlem
Vanaf het hoge duin verbeeldde hij ons land.
Daar ligt de stad, de kathedraal verheft
zich hoog zodat de kleine mens beseft
zijn ware taak, het werken, zwoegen. Mannenhand
bemest en egt en wiedt de arme grond.
Dan oogsten vrouwenhanden al het taaie vlas
en roten, braken, spinnen, weven, daarna pas
is daar het witte laken, beeft stille rond
de vijver op de blekersweide, baan na baan,
de duurste stof. De mensen hielden even stand.
En Ruijsdael pakt de wolken die nooit vergaan,
de stralen die verleden licht voor ons behielden.
Vanaf het hoge duin verbeeldde hij ons land,
verloren paradijs dat wij beschaafd vernielden.
Inzender: mark kuiper, 18 januari 2015
Geplaatst in de categorie: schilderkunst