Ochtendritueel
Hoe kom ik van die malle beesten af
Rond zeven uur beginnen ze met kwaken
Voor mij nog veel te vroeg om te ontwaken
Dus wens ik ze spontaan een eendengraf
Ze staan dan voor de deur, het zijn er zeven
En tikken met hun snavels tegen ’t glas
Nou, dat klinkt harder dan een contrabas
Je zou ze bijna met arseen vergeven
Dat doe je niet, want je hebt geen arseen
Je komt de sponde vloekend uitgekropen
Schuift in je badjas, stoot gemeen je teen
Wanneer je suf de keuken in komt lopen
Uiteindelijk wil je ze toch niet dood
Je lacht ze toe en voert ze brokjes brood
Geplaatst in de categorie: lightverse
Wel wilde eenden zijn niet echt intelligent
Maar ‘k laat me dagelijks door hen wel overhalen
Tot het verstrekken van de smakelijkste malen
Dat is toch vreemd voor een reeds lang volwassen vent
Dus Egbert Jan, je stelt je vraag beslist terecht
Ik word zelfs door een domme eend te luur gelegd
Je Adriaan
Jouw bijval doet me altijd meer dan goed
En geeft me elke dag opnieuw de fut
Al ben ik meest aan inspiratie blut
Om weer opnieuw een versje te proberen
En voel ik rijmgetintel in mijn bloed
Dan kan ik zelfs sonnetjes debiteren
Je Adriaan
Ahum..., wie zou dat in dit geval nu wezen?
Aandoenlijk, geestig, en een diepere laag.
(Want als je hard met iets de strijd aangaat
dan groeit het en het slaat je harder terug.
Maar heb je 't lief en sla je dan een brug
dan vormt het jou en heb je enkel baat.)
En tegelijkertijd zo lief.