Groots en onverschrokken
Naar buiten gelokt voor avontuur
haakten wij aan prikkeldraden,
onze zolen stampten
doelloos paden,
door t hoge gras
en of er dan misschien
stroom op stond,
de laatste keek dan altijd
zo geschokt,
als hij de klap opving
voor ons allemaal.
Wij likten onze wonden,
flierefluitend
in ons fort
gebouwd van hooi,
en loeiden met de koeien,
voor wie ons horen zou.
Dan stoven wij uiteen door
sloten, op blote voet
door verse flatsen
heen,
Beschermden onze groene
landerijen tot ook
de laatste koe
verdween.
Geplaatst in de categorie: natuur