Voor lief
Ik geloof dat ik maar niet geloof
Dacht ze stralend
Haar tenen wiebelden bij het idee
Dat zij morgen op zou staan
Als niet gelovend mens.
Ik geloof niet in de dingen
Die mij laten lachen, zei ze stralend.
Ik geloof in dat ik lach.
Vol ongelovig starend
Trachtte de menigte te vatten
Hoe dit ongeloof kon zijn.
Want hoe kan iemand niet geloven
In datgeen wat wij aanbidden?
Geloof je ook niet in de liefde?
Werd haar dikwijls wel gevraagd.
Nee, ik heb lief.
Ze nam voor lief wat mensen dachten
Ze had lief wat haar liet lachen
En vol ongeloof hield men simpelweg van haar.
Geplaatst in de categorie: algemeen