knipoog
Zo wacht ik tot die zin mij te binnen schiet,
Me niet laat lijken, wat ik niet ben,
Me niet zo pijnlijk kwetsbaar achterliet.
In de zoektocht naar die zin,
die én de lading dekt, én de spanning breekt.
Laat ik het soms oneindig stil.
Terwijl door de prachtige ondeugd, in elk pupil
Jij mij steeds weer om een antwoord smeekt.
Op het puntje van mijn stamelende tong,
Die bekende verwarring waaruit dan weer blijkt
Dat jij mijn ruggengraat een beetje verboog
Je snoert me de mond,
voor jou zo eenvoudig, want je weet als ik kijk
is het vaak een kwestie van een vluchtige knipoog
Geplaatst in de categorie: liefde