Hof van Eden
Het was nog stil in dat bos, zo vroeg op de dag
slechts enkele vogels lieten zich al horen,
en toen ineens openden zich de bomen.
Ik stond aan de rand, verrast bij wat ik zag,
een vredig tafereel dat ik niet mocht verstoren,
een immens heideveld tot volle bloei gekomen.
Daar aan de rand van dat bos waar ik toen stond
genoot ik een tijdlang onbewogen,
van de vredige harmonie op dat moment bewust.
Ik keek langzaam in het rond
en streelde wat ik zag met mijn ogen
dat prachtige stuk natuur in volle rust.
Wolken vlinders vliegend zonder enig gerucht
boven een bloeiend heideveld dat glooiend wegliep
tot waar ik het bij het mistig einder verloor.
En boven mij ergens heel hoog in de lucht
een eenzame vogel die mij riep,
zwak hoorbaar klonk zijn kreet tot mij door.
En om mij heen klonk uit die paarse gloed
een diep geluid, zacht en sonoor,
het bijenvolk dat ik opgewonden hoorde zingen.
Dronken van al die honing in overvloed,
zingend als een Russische mannenkoor
terwijl ze van bloem naar bloem gingen.
Lang heb ik die morgen daar gestaan,
besefte dat deze natuur voor ons al is verloren,
geen plaats meer voor het Hof van Eden.
Ik besloot niet verder te gaan,
dit vredig geheel mocht ik niet verstoren
en stil keerde ik terug op mijn schreden.
------------------
Geplaatst in de categorie: natuur
en een verrassend mooi gedicht.
Ik houd ook van paradijzen.
Gr
M