Déjà ému
In trossen snoep ik van je borsten,
zwevend en weldadig stromen ze.
Ik aanvaard de beker van je bekken,
met volle teugen nip ik ervan, ik smelt.
Wiegend malen jouw heupen
mijn grofste korrels tot teder.
In je mals vlees zwem ik uitgelaten,
jouw haren zwaaien me friste toe,
sirenend zing je, jaja, ik kom, ik kom al!
Met genoegen nestel ik mij
in jouw kruis dat ik aanraak,
schroomvol. Ik verdiep me erin.
Lofbloesems spreid ik als een loper neer
Rondgeslingerd zaad, heen en weer,
komt hier uiteindelijk tot bedaren.
... Dit is een onlangs herwerkt gedicht uit de bundel "Dichter dichten", Dilbeek, Kofschip-Kring, 1989, blz. 27 ...
Schrijver: Jean-Pierre RoosenInzender: Jean-PIerre Roosen, 17 januari 2019
Geplaatst in de categorie: erotiek