Zeg eens Ada
Ach dat ik maar een vers met A beginnen zag
En dat het in het langszijgaan was als
Een adem van lieftalligheid die
Haar nadien hulde bracht
Die altijd aan mijn zijde gaat bij dag
Bij barre nacht mij niet verlaat
Haar die mij in haar smalle handen draagt
Die mij - kwam ik te vallen - schraagt
Ach sprak die A maar naar mijn ware ik
Maar ja wat bij mij ingaat wil bezinken
Verdicht zich tot een raar verward substraat
Weerbarstig blijft en luid weerklinken gaat
En de haag van mijn tanden alsdan verslagen verlaat
Ach sprak het maar eens niet verminderd
... ik trof het O gedicht van Jan Eijkelboom aan in uw collectie
Dat gedicht wordt ook als valg gebruikt voor het Nooit Terug Poeziefestival in Dordrecht
Het inspireerde mij tot een gedicht met almaar A's en zonder en enkele O ...
1 mei 2019
Geplaatst in de categorie: literatuur