Geen gebrek aan onschuld
Je wilt ze te snel groot hebben, zei mijn vader.
Hij voelde zich meer op zijn gemak
met de kleintjes, dacht ik,
de peuters die niet
tegenspreken, die hij kon laten lachen nog
om niets.
Nu denk ik dat hij uiting gaf aan zijn verdriet
om afstand die er groeide, het oorlogs-mes
dat snoeide in de ongedwongenheid,
zijn eigen onbezorgde kindertijd.
Zodra ze groot zijn, zijn ze druk bezet,
gaan ze ijverend bestaan,
vrezen ze, dat morgen tijd ontbreekt
voor noodzakelijke taken, stoten
op de feiten. Jij bent ze dan kwijt.
Hij is niet meer, mijn vader. Maar zijn stem
hoor ik nog wel. En die jongens, papa, kijk.
Ze beseffen heus wat telt.
Hun hart herinnert onbevangen dagen,
juist omdat de kindervragen
die zij mochten stellen, wel
direct een antwoord zagen.
Geplaatst in de categorie: familie