De nadagen
Ik leef de nadagen van een taaie lente
Vol onheil en tegenspraak.
Mijn huis is onbewoonbaar verklaard
In zelfbeklag sla ik de ogen neer.
Ik blijf achter temidden van een kale vlakte
Van gemiste afspraken en bittere beloften.
Mijn stad is ontvolkt. Mijn stad brandt.
Ikzelf heb mij uit het landschap teruggetrokken
In een zweem van angst en vogelgezang.
Mogelijk haalt op dit papier de gretigheid
Het van de berustende blik en de ineen geklemde handen.
Geplaatst in de categorie: jaargetijden