ALS HUMUS LOKT
Ik trek al krom, zo broos worden mijn nerven
De strohalm zal mij niet lang kunnen dragen
Ik hunker naar het zijn in aardes lagen
En velen zullen- weet ik- met mij sterven
Wat was de lente fris, de zomer drukkend
Velen van ons zijn daardoor vroeg bezweken
De wolken hielden zware donderpreken
Het loof, met twijg en al, van bomen rukkend
Zelfs na mijn dood ben ik voor ’t oog een lust
De mensen zullen niet lang om mij treuren
Mijn dodenmasker geeft de meesten rust
Soms hitst de wind mij op, is ‘t uit met zweven
En hult de zon de grond in koperen kleuren
Dan wèrvel ik de dans van dood en leven
Maar hoe dan ook, pas ik het doodskleed even
Door spinnen ijverig en getrouw geweven
Geplaatst in de categorie: jaargetijden