De herders en het kind
Wij hebben de slapende schapen gelaten
bij 't vuur dat vlamt in de nacht.
Enkel een lam dat ontwaakte en ging blaten,
hebben wij mede gebracht.
O zoete kind, dat in Betlehem kwam,
wij zijn slechts herders--
"Ziet, ik ben het Lam"
Blinkende zijn ons de eng'len verschenen
't duister kromp weg voor hun licht
Maar toen hun zingende vluchten verdwenen
viel zwart de nacht om ons dicht
O, stralend kind, dat ons lokte van ver
wij staan in 't donker.
"Ziet, ik ben de Ster"
Aan uw deur staan wij stil en wij schromen:
arm zijn wij-wie waagt het zo
zonder geschenk tot een koning te komen?
"Koos Ik niet kribbe en stro"
O Koningskind dat uw rijkdom vergat,
Wij derven alles.
" Ziet, Ik breng een Schat"
Achter ons wachten de eind'loze stoeten,
al wie ter wereld veracht,
arm en vertrapt zijn en hongeren moeten,
staan bij uw stal in de nacht,
Ach heilig Kind dat in Betlehem kwam,
Koud is de wereld-
"Ziet, Ik ben een Vlam"
Inzender: G.H. Blank, 5 december 2004
Geplaatst in de categorie: kerstmis