Onleesbaar klaaglied
Ach
Woord in inkt gestold
Kon ik jou maar van het vel weken
In een kolfglas verdampen
Oversijpelend naar een droomvat
Je laten gisten
Uitgepuurd tot nectar
Om blijvend te bedwelmen
Sla me in de ban
Want zo vergeten is een gezegende vloek
Maar een leesdorst heeft me van leven weggedreven
Mijn lippen zijn jou ontwend
Zwarte vingertoppen
Bleven te vaak haperen aan ezelsoren
Hoe ik ook roer in de ziel
Als een geletterde randdebiel
Het raakt jou zelden
Je vangt nog geen glimp op
Van dit banaal taaltalent
Het vermelden niet waard
De troost van jouw schuine blik
Heeft wel vaker de snik losgeweekt
Al hebben de uren geleerd
Om dit met klem te ontkennen
Of in de doofpot te proppen
Leg jouw handpalm op mijn navel
Verwar de zeden met de hoge druk
Van jouw stem die versteent
In het slakkenhuis van mijn oor
Of beter nog
Zwijg maar laat me getuige zijn
Van jouw aarzelende pas
Jagend naar nergens
Hoeveel zinnen heb ik al verspild
Een aangespoelde inktvis bleef ik
Met zuignappen door een blakende zon verschroeid
Er is altijd nog de huiver
Het milde gebaar dat het bloed beroert
Het is die gloed
Die me naar de pen doet grijpen
Tot ik dommelend mijn dwarskop stoot
Aan de tafelrand
Soms wil ik tussen de regels vallen
Voorbij het laatste punt
Lonkend naar jouw warme wangen
Smachtend naar de dooi
Een sneeuwkristal die openvloeit
Geplaatst in de categorie: taal