Taalbad
Letters liggen schijndood opgebaard
Op een vergelend rafelig vel
Ze gisten onder de navel
Ze zitten in een buis geprangd
Dan mogen ze buiten spelen
Waar is de taaldokter?
Hij die verdooft met klank en zin
Hij die de vorm in de verf zet
Zijn volbloedig woord
Sierlijk als een gulden snede
Lomp als een neushoorn
Vlijmend of kreupel of koket
Versmelt in vers en sonnet
Met een vermeend gemak
De mist is zijn dekmantel
Hij draagt het alfabet naar elders
Ontkurkt het bewaard gedicht
In een roes, een waas van taal
Zwelt het uit zijn vlies
De pasgeborene geeft geen kik
Ondertussen blijft het raden
Naar zijn loom gevecht
Met de spiegel die hem bespot
Met oogwal en pens en rimpel
Geplaatst in de categorie: taal