inloggen
voeg je netgedicht toe

Netgedichten

netgedicht (nr. 7.251):

Laveloos

Haar toon verdooft het oor
Draalt over drijfzand
Door een mistgordijn

Een knapenkoor dat één stem smeedt
Met een zucht naar verboden stranden
Waar ruiters naar een nulpunt staren

Hun schuwe hengst brengt hen
Op het ritme van een dwaze woede

Waarom bleef ik niet doof?
Maar nee. Ik dreef mee
Rakelings boven laaiend rood

De ruiter keert zich naar schuimkoppen
Met een sluimerende blik

Een lek hart is zijn deel

Op de rand van zijn adem
Wordt God een loze vloek
Banaal als een keukenrobot zonder stroom
Een klodder op een wit doek

De jongen in hem begint van leegte te beven

Eenmaal landinwaarts
Op een gewelfde heuvelrug
Daalde de rust, de roes van azuur
Of stijgt de snik die smaakt naar wijnazijn

Dan lacht hij zich een open breuk
Valt met haar schaduw samen

Van mat glas is zijn liefde nu
Kansloos als de lauwe minnaar
Lullig als een anjer in een knoopsgat

Schrijver: Wim Veen, 16 mei 2005


Geplaatst in de categorie: afscheid

2.0 met 5 stemmen aantal keer bekeken 1.069

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)