De galblaas knapt
Over scheefgezakte zerken
Hangt het zilver
Waas van de maan
De nacht verlamt de tongen
Hij danst onder stroom
In het kerkportaal
Onder de spitsboog
Op de marmeren grafsteen
Glad als een sidderaal
Hier waren demonen rond
In een te wijd kostuum
Met larven van lust in hun mond
Hij sust de woelige slapers
Die zich nog springlevend wanen
Maar de dood blaakt in het schemerveld
De klok vertikt het om te tanen
Hij ruikt de rotte vezels van de held
Geplaatst in de categorie: emoties