In het park
De kerel denkt: 'Ze is het helemaal.
Wat is ze mooi, die blondgelokte trien.'
Z'n eigen haarkleur kan de meid niet zien,
al is ze geenszins blind. De vent is kaal.
Hij is van plan een praatje aan te knopen.
Ze zitten op een bankje naast elkander
en eensklaps vrolijk kijkend roept ze: 'Sander!'
Het is d'r vriend, die aan is komen lopen.
Zodra die Sander zijn biljartbal ziet,
betast-ie snaaks de onbehaarde kop
en zegt: 'Precies de billen van m'n griet.'
De kale man geeft van verbazing blijk.
Hij buigt z'n hoofd en houdt z'n hand erop.
Verrukt zegt hij: 'Verrek, je hebt gelijk.'
Geplaatst in de categorie: lightverse