89 resultaten.
DE EENZAME
poëzie
3.0 met 8 stemmen 1.029 Wagens dragen mijn ramen voorbij
Geur van het hooi, de oogst der wei,
De maaiers zingen en dansen,
Kindertjes vlechten hun kransen,
Hoog loops het juligetij.
Eenzame heeft mij het lot verplicht,
Woorden te rijen tot blij gedicht,
Die vreugden daarin te bewaren,
Wijnen voor latere…
De bode
poëzie
3.2 met 25 stemmen 2.819 Geen, die de bode welkom heet,
Wanneer hij, hoog in blinkend ijzer,
Zijn speer laat zinken voor de keizer,
En ongenodigd tot hem treedt.
Geen huisman, die hij niet verschrikt,
Wanneer hij, moe van weer en wegen,
Bij 't ruisen van de najaarsregen,
Om herberg tegen 't venster tikt.
En toch, hoe stovend zwelt de druif,
Hoe schijnt…
De jaargetijden
poëzie
3.6 met 19 stemmen 2.018 Lente, de blonde,
Winter en zomer,
Najaar, de dromer,
Innig verbonden
Dansen hun ronde.
Al de bezonde,
Zwellende kelken,
't Rijpen, verwelken,
Elk heeft zijn stonde
In deze ronde.
Wanneer de monden
Van deze teersten
Lachten zij 't eerste?
Wanneer begon de
Dans in het ronde?
Aan welke wonde
Zullen zij sterven,…
Een vaasbeschildering
poëzie
3.2 met 4 stemmen 1.235 Een meisje wiegt en windt zich in de dans
Bij 't kwelen van haar zusters dubbelfluit;
Hun vreugd verwelkt niet, eeuwig bloeit hun krans,
En door geen moeheid wordt die voet gestuit.
Toch droom ik: schonk een god hun plotsling rust,
Na 't klinken van een laatste, schrille noot,
Wellicht, uit wanhoop om hun lange lust,
Zag ik ze snikken in…
DE MEEUW
poëzie
3.8 met 8 stemmen 1.907 Tussen de hemel en de zee
Volgde ik het zweven van een meeuw,
Hoe hel zij steeg, dan nederglee,
Een zonnevonk, een vlokje sneeuw.
En dacht, genesteld tegen het duin,
Waar ik dit spel zat aan te zien:
Als ik de meeuw vanaf deez’ kruin,
Bespiedt een engel míj misschien.
Dat duiken in het zilte leed,
Dat klimmen in een feest van glans,
De…
De Planten
poëzie
3.4 met 14 stemmen 2.605 Des morgens als de dauw zijn vocht'ge wade
nog om de perken toegevouwen houdt,
staat reeds de hovenier met noeste spade
te werken in de grond, als groef hij goud.
Eerst moet hij ras de matten die haar dekten
terzij doen schuiven langs zijn druivenkas,
blij in de aanblik van de vroeg gewekten:
de rijpe trossen, zwellend achter 't glas.…
AAN ZEE
poëzie
4.0 met 3 stemmen 346 0 voorjaarszee, de hyacinthe,
Dit strand, het zuidlijk warm getinte,
Hier moesten Griekse vrouwen gaan,
Diepzingende op de cimbels slaan,
En roepen of het kindje kwam,
Druifpurper op een brandingskam,
Herboren Dionysos,
Die lente brengt naar Argos.
Zij wisten, wachtend voor het water,…
Blijheid.
poëzie
3.0 met 2 stemmen 359 Kom broeder, snijd het riet
In ongelijke pijpen,
Dat fluks tot vrolijk lied
Uw vruchtloos zuchten rijpe.
Dit riet had oók zijn tijd
Van wenen over waatren,
Nu zij 't aaneengerijd,
Dat wíjsjes daaruit klaatren.
Vrees niet met juichgefluit
Uw zwijgend leed te ontwijden;
Het valt tóch eens ten buit
Aan ’t alverwinnend blijde.
Heeft…
DE WERELD
poëzie
3.8 met 4 stemmen 651 Hij hield de handen voor 't gezicht,
Hij dacht door tranen te verstaan,
En in dit duister, diep en dicht,
Zag hij de bonte wereld aan;
Hoe blonk het goud, hoe rees de stad
Gehorend opwaarts voor het blauw;
Wie ooit gezocht had en bezat,
Hoe maakte rook zijn vensters grauw.
Hij nam de handen van 't gezicht,
En Mei liep lieflijk langs…
Geneurie.
poëzie
4.0 met 2 stemmen 346 Ik zoek in oude legenden,
Ik speur in wiegendruk
Naar beelden voor mijn ellenden
En 't kleed van mijn geluk.
Want als de dichters wenen
Moet glanzen paarlenschijn,
En lachjes willen ze er gene
Die niet van zilver zijn.
Wat mag zo heerlijk blinken
Als eêlsteen en brokaat,
En wat kan heller klinken
Dan schild waar 't zwaard op slaat?…
DE DICHTER
poëzie
3.7 met 3 stemmen 349 Toen ik nog daar was, twistten om mijn ziel,
En voerden, met het zwaard gewapend, strijd,
Twee machten, die ik in de handen vie!,
De worm zo noemde ik ze en de oneindigheid.
Maar zie nu naast mijn grafstee opgericht,
Tezaam gebeiteld uit het kuis albast,
En warm besprenkeld door het weemlend licht,
De beide knapen bij hun kus verrast.…
Wens
poëzie
4.7 met 3 stemmen 271 Mijn aar zij zwaar,
Als hem de sikkel telt;
Mijn kroon zij schoon,
Als hem de bliksem velt.
De dood brengt nood,
Zo niet vereelt hem reikt
De hand een pand,
Waaruit de dagvlijt blijkt.
Mijn zon, Uw bron
Springt nog voor aardse dorst;
Ach warm, dat arm
Ik niet zal staan, mijn borst.
Mijn aar zij zwaar,
Als hem de sikkel telt;
Mijn…
VOGELS.
poëzie
3.6 met 5 stemmen 563 Zij gunnen mij gaarne 't geheim hunner tale,
De roodborst zijn snoeren van bloedkoralen,
De merel haar zang als betinkte bokalen,
En vinken hun klink-slag op eedle metalen.
De duif doet de zoetheid van 't troostende kirren
Zacht druipen om voorhoofd en lippen als mirre,
De nachtegaal roert door haar smachten tot tranen,
En hel schalt de wekroep…
HET GRAAN
poëzie
3.3 met 3 stemmen 509 Zon en wind zijn de gezellen
Van de helle vreugd,
Die hun moedwil op doet wellen
In de bloem der jeugd —
Waaiend haar, gekreukte kleedren
En een losse strik,
Zelfs de ziel draagt lichte veedren
Als een leeuwerik. -
Maar zich 's middags neer te vleien
In het warme graan,
Al die gouden arenrijen
Rond zich te zien staan,
En het wonder…
NA EEN ZOMERFEEST
poëzie
4.5 met 2 stemmen 408 Zij keren huiswaarts van het feest,
Hoor, buiten, hoe de stemmen zoemen;
Hun dag is Licht, is goed geweest,
Een dag, om zich, getooid met bloemen,
In blij gezang op te beroemen.
Zijn zij niet warm van dartle lust
In danspas door 't gewoel geschoven?
Wie werd niet op de mond gekust?
En is de vuurpijl, 't volk te boven,
Tot sterren niet uiteengestoven…
Gebondenen
poëzie
3.3 met 3 stemmen 445 Vreugd is een vogel die woont
Hoog boven wolken, in 't blauw,
Waar ze op het nest zit getroond,
Voedend haar broedsel met dauw.
Wij, door het leed, in heur tuin,
Worden te sluimren gesust,
Schemer en bladeren bruin
Weven de wade onzer rust.
Soms komt de zon door het grauw,
Wind langs het lover gevleugd,
Dan snakt ons hart in…
Het huis
poëzie
4.0 met 2 stemmen 461 Dit huis heeft de rust van de maagdelijke duinen
Gebroken noch verstoord;
Het ligt in het nest van zijn geurige tuinen,
Als bracht de grond het voort.
En waarlijk, het wèrd ook gewonnen, geboren;
Een eedle kunstnaarsdroom
Bevruchtte, als het zaad, dat zich mengt met de voren,
Het steenblok en de boom.
En zo uit die paring, dat innigst…
KRANKHEID
poëzie
4.0 met 2 stemmen 364 Neen, nimmer kan in eenzaamheid
Ik met mijzelf verkeren,
Of vleugels hangen uitgespreid,
Een klauw wil mij bezeren;
Een sombre vogel volgt mij staag,
Gekromde kling de snavel,
Bloedrood de pluimen van zijn kraag,
De mantel geel als zwavel.
Hef ik het hoofd, om 't meeuwenvolk…
HEIMWEE
poëzie
4.0 met 1 stemmen 460 O paradijs, o bomen,
Begeerlijk voor 't gezicht,
Kringloop van heilge stromen,
Dag van ondoofbaar licht,
Niet slechts in 't Boek der Smarte
Van 't oude testament,
Maar in dit innigst harte
Waart ge eens door mij gekend.
Ook ík moest eenmaal eten
Van de verboden vrucht,
Ook ik heb neergezeten In
doodsheid en gezucht;
Maar nu niet meer…
ALLEN
poëzie
4.0 met 2 stemmen 334 Zijn het enkel maar deez' weingen,
Die, de Droom te voet gevallen,
Zich aan zijne aanblik reingen?
Neen, ik voel de gloed in allen.
Als in 't najaar vogelscharen,
Zich verzaamlend voor zij trekken,
Blanker dan het schuim der baren,
Kust en duinenrug bedekken,
Eerst in aarzelend gewemel
Angstig door elkander kringend,
Dan -…