GEDACHTE
De bloem, door gure najaarsvlagen
Verschrompeld en verdord en van de steel geslagen,
Verrukt het oog niet meer;
Maar als de lente naakt, de winterboei verbrekend,
En langs het grazig veld de schoonste kleuren tekent
Dan rijst zij schoner weer.
Zo wisselt alles hier beneden:
’t Verachtelijk slijk, waarin wij vaak met huivring treden,
Is dikwijls ras een bloem, die pracht van kleuren biedt;
En vaak hecht zich de bloem, wier luister wij begroeten,
Wier geur het hart verrukte, als slijk aan onze voeten,
En wij bemerken ’t niet!
Maar wat in ’t voorjaar rijz’, verjeugdigd en herboren,
Het kan de doodse rust van ’t akelig graf niet storen,
Waar ’t statig gewormt zich nestelt in het slijk:
’t Is dor en levenloos, als de uitgedroogde splinter;
Ja, drie voet onder de aard is ’t zomer, herfst en winter
En lente te gelijk!
Braga, dichterlijke mengelingen (1883)
Schrijver: Antony Winkler PrinsInzender: adm, 25 september 2006
Geplaatst in de categorie: tijd