RAAM-LIEDJE
’t Tuintafeltje glanst,
De regen er danst,
Fonteint, bedriegertjes, kleen*,
Dan blinkt er een blaas
En breekt met geraas
Licht, in de hemelvloed heen.
Doch diep in de tuin
Hangt alle loof schuin,
Druilt of pruttelt van neen;
Och, de arme bloemen
Verbeuren haar roeme,
En hoorden nooit van geween –
En wat was een roos,
Niet een bolleboos,
Een rijke, een trotse, een vlotte;
Nu klont tot een prop
Er iedere knop
En moet in schamelheid rotten.
Maar ’t hardere goed,
Zegt ons mensengemoed,
Het lijdt wel een bui, wat geween:
Laat suijen* en zeuren,
Laat regenen, treuren,
Wat mooi was, gaat mooi ook heen.
---------------------------------------
kleen: klein
suijen: neuriënd of zoemend wiegen
Inzender: adm, 24 augustus 2006
Geplaatst in de categorie: jaargetijden