De Stier
Ik zag hem staan in ene wei, een jong
prachtig-gaaf dier, daar was geen vrees in hem,
die rustig naar mij keek, die nader kwam,
blij om de schoonheid van dat edel dier.
Zo stoer-vast was de kop, twee ogen groot,
de jonge bek, neusgaten en het paar
knobbels van horens, nog niet uitgegroeid,
de huid sneeuw-blank met vlekken glanzend bruin.
Ik riep hem aan en nader kwam hij toen,
ik zag de poten-buiging en zijn gaan
en zijn plots stilstaan, stil bij de rivier.
'k Heb blijde woorden toen tot hem gezegd
en 't was of hij begreep mijne gezindheid
en toen ik heenging zag hij lang mij na.
Inzender: Redactie, 5 juli 2021
Geplaatst in de categorie: dieren