TOEN BLIES UW ADEM,
Toen blies uw adem, en de zee sloeg stijf,
En open stond de donkre muil der aarde
En slikte het alom gepantserd lijf,
Des jagers die uw adem achtervaarde.
O Heer wie blonk als gij in strijdbaarheid,
O Heer wie ging als gij door de aonen
Gij zwevende, die voor ons heeft bereid
De uittocht door het land der Faraonen.
De volkeren hoorden 't aan, en vielen stom,
Beving besloeg de stam der Moabieten,
En der Pelasgen, en die van Eden,
Ontsteltenis en schrik de Kanaänieten.
Voortaan o Heer, uw volk zal zijn gewijd
En ingeplant en door U aangewezen
De hoge Erve uwer heerlijkheid
Waarin gij troont en hen nabij zult wezen.
Inzender: Redactie, 10 oktober 2020
Geplaatst in de categorie: wereld