Het dromende kind
De vogels doen hun nachtgroet horen;
Op zilvren wolkjes slaapt de maan.
Ook moeders lust, de jongstgeboren,
Is in zijn wieg ter rust gegaan.
Al dromend vouwt het vriendlijk wichtje
De kleine, reine handjes saam;
Een glimlach speelt op 't aangezichtje,
Zijn lipjes fluistren Jezus naam.
Waar droomt hij van? Van 't zalig Eden
Der Onschuld, dat voor ons verdween.
Gods Englen dalen naar beneden
En blikken door het venster heen.
De dichtwerken (1872)
Schrijver: J.J.L. ten KateInzender: adm, 23 januari 2012
Geplaatst in de categorie: kinderen