HET EILAND MELOS.
Kleine smaragd in de kring van de edele stenen, die blinkend
Sieren de golvende plooien van 't kleed der Aigaiïsche waatren,
Ligt er het groenende Melos, het vuurontsprotene eiland,
Waar zich de gloed van Hefaistos in spleten en dampende bronnen
Toont, en dat gips en aluin en de zwavel en 't hout in zijn schoot draagt.
Donkere pijnen, hun kronen verenende, geven de bergrug
't Fulpen gewaad, en olijven haar zilverig loof aan de glooiing.
Waar zich de stromende vlieten een uitweg baanden, verrezen
Beemden met krokos en eppe, die 't nijvere werk van de bouwman,
Zuivrend en ploegend, de vrucht deed dragen der blonde Demeter.
Doch waar Helios rijst en zijn zongloed koestert de helling,
Werden op staken en tralies de ranken geleid van de wijndruif.
Tegen het noorden beveiligd door glooiend gebergte en rotskaap
Holt zich een zeebocht uit, waar 't stormontvlodene vaartuig
Veilige ligplaats vindt of de kleinere boot op het zand rust.
Nanno (1882)
Schrijver: Carel VosmaerInzender: Redactie, 7 april 2015
Geplaatst in de categorie: woonoord