Toen de maan langzaam verbleekte
ontwaakte Hera uit een wulpse droom
zedig en traag schikte ze haarzelf in de plooi.
Welluidende merelklanken
en jubelende leeuweriken
streelden haar slaperige oren.
Hera’s soezen werd wreed verstoord
een woordenbrij gijzelde haar rust
kaapte haar dromen.
Oeverloos gebabbel had kop noch staart
leidde…
Als de lente is gekomen
En de bloeitijd breekt weer aan,
Als de bomen wachtend staan
Op de nieuwe levensstromen,
Als ontdaan van winterdromen
Al wat leeft, wil bloeien gaan,
Als de lente is gekomen
En in bloesems uit wil slaan,
Laat ook mij dan zonder schromen
Van het winterkleed ontdaan
Door Uw stem, die ‘k heb vernomen,
In Uw kracht…