Wilgentenen tranen treurig
het afschot heeft geen vlees
wiegend tussen dood en leven
wordt mensenvoer weer honds
grijnzend met hun hagel petten
de loop weer opgericht
blaffen bomen horendol
als de lucht weer roze kleurt
kraaien pikken levend dood
een oog gaapt aan en na
het dek van veren los geweekt
de warmte was al weg
vloeiend leven…
Water kabbelt zich uit beeld
door haast en herrie overstemd
om dan weer zingend te verschijnen
alsof het nooit zijn loop verloor
aorta van het paradijs
dat als Breesaap moest verdwijnen
het tempo geeft het afschot aan
maar ook de plens die valt bij regen
de wereld komt zichzelf daar tegen
in stromen die de tijd verstaan
de eerste…
Het volk was net een champagnefles
die lang was geschudt alvoor de kurk er afvloog
maar toen de kurk er eenmaal afschoot
knalde de opgekropte woede hemelhoog
Bij het zien van dat hoge standbeeld
en al die menigte er omheen
die het beeld wilden laten vallen
Ging er heel wat door mij heen
Laten we alsjeblieft maar hopen
Dat deze veelbesproken…
Toen de maan heel kortstondig lichtte
tussen het grauw en groen wolkendek
Voelde ik dat ene Amor pijltjes richtte
en ze dan afschoot, richting onze plek
Nadat de dag in donker was gegleden
had Amortje ons in het oog gehouden
Één bankje in ’t donker park beneden
leek voor ons tweetjes voorbehouden
Toen de maan heel kortstondig lichtte
tussen…
Natuur is niet gebaat bij dierenvrienden
Maar ach: wat is natuur nog in dit land?
Dat polderplasgedoe loopt uit de hand
Door actiedruk van minder helderzienden
Ons land blijkt ongeschikt voor wilde beesten
Al lopen er daarbuiten nog de meesten…