Er zit een blote man
op een tak in de perenboom
Ik zie hem door het keukenraam
Onder hem, in het gras
ligt zijn decorum
Op de tafel waaraan ik zit
staat een kinderloze foto
Ik ruik de strijkbout
die zich door een overhemd brandt
In de huiskamer, in zijn kooi
fluit de kanarie en ik denk:
"van het concert des levens
krijgt niemand een program…
Mein bratwurst ist gefallen
Luid snikkend loop ik rond
Daar ligt hij in de blubber
Eenzaam stervend op de grond
Rust zacht, mijn arme bratwurst
Toch kan het nog erger zijn...
Toen ik gisteren stond te jodelen
Viel ik in een diep
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
RAVIJN.…
Je er thuis
te voelen
stoel en leuning
te kennen
Haar zitting
stof of leer
het aantal poten
het evenwicht
Niet te hoeven
wennen
aan bed of bank
kussen of deken
Niet bang voor
behang of
schilderijen
uit een donker verleden
Je nauwelijks
los kunnen weken
uit je favoriete hoek
waarin louter licht
Geen hoofdpijn
weltschmerz…
ik zoek nu naar een diepere zin,
naar een alternatieve demper
Nu drink ik weer op volle kracht,
de Weltschmerz deed me falen.
Die treurnis heeft me in haar macht,
koning alcohol kwam me halen.
?…
Witrode eilanden schuim
varen naar
bestoppelde enkels
klampen zich vast
aan een lichaam dat sliep
Fluisterende bewegingen
zouden zorgen:
niet langer omsingeld
en genoodzaakt doen drijven
naar de wakkerwitte watermuur
Apathische polsen
door bloed omwonden
een lichaam
niet meer aan geest
verbonden…
jauchzend zu Tode betrübt
als ik dan door Sturm und Drang word overvallen
is abseilen zo aantrekkelijk, een groots verlangen
met mijn Über-ich, gedragend als übermensch
ervaar ik een Goddelijke Aha-Erlebnis
zodra ik stoer afzak langs rots en lijn
nee, ik verzeker u het is absoluut geen quatsch
maar ook dat unheimisch gevoel
als ik de weltschmerz…
warmweeïg eikenhout
Tussen ons dooit geilvuur op
Handen onrustig omvatten hartgeklop
Aan de top verliest romantiek van stout
Omgeven door dennengroen neusverkwikkend
Ruw rukken kledingstukken zich een weg omlaag
Schrale lippen zijn halfweegs lustig likkend
Vlees om vlees als diepzwart glanzend ijs verweven
Wie nu geen schreeuw van Weltschmerz…
De hemel vouwt zijn sterren naar de wijzers van de tijd
in blauw gesluierd licht trekt grauwheid er haar nevels op
en draagt de lucht de aarde
Dit is de gang van zaken wanneer ik overdenk:
Ik ben als weltschmerz die het duister haar façade geeft
die achter verdroten ogen woekert
die troost zoekt in schone kunsten
onophoudelijk, rusteloos…