Memento
hoe groot toch het verlangen
naar zomernachten van weleer
toen wij ons onbevangen
laafden aan het boezemmeer
waar ik aan knoopjes prutste
jouw zoete geur opsnoof
zweet van onze lijven gutste
speelde een bloesje met het loof
een minnelied zo warm van kleur
dat in weemoed aan komt waaien
door de openstaande deur
wil ik lezen in het avondlicht
maar ik moet het gras nog maaien
dus sla het boek voor even dicht
Geplaatst in de categorie: liefde