Het gerucht
Zo'n zomeravond, uithijgend
klam en nauwelijks gekleed nog
wegvloeiend naar nachtkoelte
waarin het trillen boven akkers
en velden wegsterft
de leeuweriken wegvleugelen
een maan aanzwelt
dralende slaap zich schuchter aandient
In die sluipende schemering
verschijnt ze, sluimerend
zonder uithalen of grootse gebaren
spreekt fluisterend woorden
die tot neigen dwingen
ook tot zwijgen
daar ze, voorlopig
slechts vleugjes waarheid dragen.
Geplaatst in de categorie: tijd