Holbewoner
Toen er een ziel kwam
in zijn nachtmerries,
en vleermuizen vlogen
bewogen door de nacht
las hij de brief van zijn moeder
liet tranen in hout branden
folterde zijn geweten
met schuldgevoelens
wilgentenen aan de rand
van het meer, dat spiegelde
herinnering vol oude poppen
verweerde weemoed in de nacht
met als slot het schimmenspel
van duistere vermoedens
machtelozer dan toekomst
zich zou willen wensen
te jong om te stemmen
voor de dood, te oud
voor schoonheid als relaas
eenzame woorden van een dwaas.
Inzender: Henk van Dijk, 11 april 2010
Geplaatst in de categorie: psychologie