De genen
Van voetbal wist mijn opa van hoed noch van de rand
maar hij schreef bij thuiskomst, direct na vijven,
de leuke stukjes voor de voetbalkrant:
ook die moet leesbaar blijven.
Zijn tweede zoon, als schrijver ook begaafd
al bleef dat heel beperkt
tot poëzie-albums en ander speels vermaak,
heeft toch maar mooi zijn liefde in een vers verwerkt.
Hij had gedicht: ik was zijn klein prinsesje fijn
en dat ik dat voor altijd maar mocht blijven.
Het heeft helaas niet mogen zijn,
maar dat is voor een ander schrijven.
Want als de derde loot aan deze stam
loop ik maar heen en weer te benen
en vraag me af: ik kan er ook wat van,
maar ligt dat nou aan mij of zijn het slechts mijn genen?
Geplaatst in de categorie: humor