Aan het meer
Er was schemering
en het zachte geluid
van golven, klotsend
tegen wal en boten
Een kampvuur en de herinnering
van toen de wijn al was vergoten
en de wijsheid zijn keerzij toonde
en de liefde mij er beloonde
met een kus
Waarop ik verviel in vreugde
en vragen stelde over
de talen waarin verhalen
zich de ronde deden
Toen ik alleen en reeds
vergeten, niets meer van het
al begreep
Ik was geraakt
en niet instaat ook maar
een taal te spreken,
omdat de liefde
mijn had aangeraakt
En mijn rede was geweken
Tot dit gedicht
Geplaatst in de categorie: vakantie