inloggen
voeg je netgedicht toe

Netgedichten

netgedicht (nr. 6.345):

Een engel zevert

Ik luister naar motregen
Die geleidelijk en gelaten
In het hemd dringt
De katoenen spons

Alsof over een wolkenrand gebogen
Reikend naar een havik
Een engel zevert
Boven heuvel en heg en weg en hei en wei
En nog meer dat thuis hoort in deze orde
Deze rij die rijmen moet
Terwijl ik het omgekeerde verkies
Een landschap van Breugel dat uit de lijst breekt
Verder glooit achter doek
Olieverf in schemerlicht opgelost

Ik luister maar
Trommelvlies en trilhaar
Vangen niet de minste drup
Enkel mijn vel rilt

Bij de kaarsvlam binnen
Nip ik van een oude zonde
Jouw sissende schoot
Ik verbrand het verhemelte
Vind een schroeivlek op de tong
Spurt vloekend naar buiten
Hoofd in de nek
Mond wijd open

De motregen blust
Terwijl de engel zwijgt
Bijna verbaasd en vleugellam naar beneden tuimelt
Hoor ik behalve de leegte jouw gebroken stem
De motregen fluistert ‘enzoverder’
Op een toon die gemakzucht verraadt

Ik hijg langs het dwaalspoor
De mirakelsteeg die ergens doodloopt in de tropen
Of op de noordpool waar motregen
In zijn val kristal wordt

Ik zoek ons
Ik mis ons
En gis naar jouw gewelfde lijn
Die ik verstrooid uit mijn loonbrief knip
En bewaar in een koperen schrijn

Blijf staan
Befehl ist befehl!
Toch dram en draal je maar door
De engel
Die ondertussen op mijn schouder neerstreek
Moet wel potdoof zijn

Schrijver: Wim Veen, 27 januari 2005


Geplaatst in de categorie: eenzaamheid

1.0 met 2 stemmen aantal keer bekeken 886

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)