Avondklokken
Ik blader door de dagen zonder zon
door sikkelloze nachten, door morgens
zonder rood, langs dagen vol schemering
Dan stuiven ze weg, vermomd als
tegelwitte gezichten waarlangs
de morgendauw een uitweg zoekt
Verdwijnend in het vlechtwerk van
weggehakte stemmen, in een spiegel
waarop alles dof en pijnlijk opdoemt
Met een veeg verdwijnen ze voor even
om al ras hardnekkiger en venijniger
in mijn gewist geheugen terug te keren
Ik sla ze om, de zwarte en grijze tijden
en ritsel koortsachtig naar het wit
mijn duim landt op het toegeslagen deel
In de verte luiden de avondklokken
zwaarder en dichterbij dan voorheen.
Geplaatst in de categorie: spijt