Sint Jan
Nu is de nacht alleen een waas van dauw
Dat strelend op de warme weiden daalt
En vóór ’t opaal vervloeit in donkerblauw
Teerrood alrêe de morgenschemer straalt,
Het zijn de lichte nachten van Sint Jan.
Zwaar wolkt een geur van rozen door het woud,
Daar is geen vogel, die nu slapen kan,
Geen bloem, die niet haar kelke openvouwt.
Stil-stralend ligt de Plas in zilverlicht;
Heel zacht bewogen door de morgenwind
Wuift suizend riet; in ’t wijde vergezicht
Sluimren de dorpen in matgrijze tint.
’t Is hoogfeest van het blije zomertij,
Reeds juicht de merel als de vreugde ervan,
De zomerdroomen ruisen ons voorbij …
Het zijn de lichte nachten van Sint Jan.
Inzender: Redactie, 24 mei 2017
Geplaatst in de categorie: natuur