Kennis I
De dieren, onze vreugde- en leed-genoten,
Zijn onze broeders, maar niet, zoals wij,
(Daar zij ons niet beheersen kunnen) vrij;
Hun leven is, als 't onze, uit stof gesproten.
Dit weten wij, maar 't is ons niet ontsloten,
Niet of zij weten van der stof waardij.
Zij denken en herdenken; nochtans, zij
Vermogen niet, als wij, 't waarom te ontbloten.
Dit is der mensen hoge macht; hún denken
Doet, wat toevallig scheen, natuurlijk blijken:
't Vermag de kennis, van wat komt, te schenken.
Veel van wat eenmaal wonder heette, vlood
(Als duisternis voor 't licht) voor 't Vergelijken:
"Volmaakte kennis! gij zijt meer dan groot!"
Inzender: Redactie, 28 maart 2024
Geplaatst in de categorie: dieren