Gezapig als de zoen
Gezapig als de zoen van koele kinder-lippen
en zoeler dan ’t gezoef van bloesem-zoete wind,
o kleine regen, heeft van duizend glinster-stippen
uw stuivend licht mijn haar met perelen gepint.
En zonder roeren, dan te voelen hoe mijne ogen
vergroten, naar me uw peerlen-weelde zonne-wijdt,
sta ‘k als een smalle bruid, tot wenens toe bewogen
van vreemd verwachte’ en wonder-zachte zekerheid.
Het Huis van den Dichter
Schrijver: Karel van de WoestijneInzender: Redactie, 30 mei 2021
Geplaatst in de categorie: natuur