Die lach
Zoals wanneer opeens de zonneschijn
Door 't zwart der brede wolken heen komt breken,
En schittert in de tranen, die er leken
Van blad en bloem, als vloeiend kristallijn,
Zó, dat het wenen lachen schijnt te zijn:
Zo is, wat mij ontstemt, opeens geweken,
Mathilde! ontsluit úw mond zich om te spreken,
En doolt een glimlach om uw lippen, fijn: -
Doch van de lach is glimlach dageraad,
En klinkt uw lach, hoe drinken hem mijne oren!
De vreugde vaart door pols en vezel rond. -
En met geloken oog zie 'k uw gelaat,
Zo zonnig: 'k meen uw zilvren lach te horen,
Wanneer ik roerloos wacht op de' uchtendstond....
Mathilde (1879)
Schrijver: Jacques PerkInzender: Redactie, 25 april 2023
Geplaatst in de categorie: vriendschap