Duif en sperwer
"Mijn God" - zo sprak de duif - "is innig zacht,
Heeft donzen wieken, en bemint ons allen;
Almachtig, heerst hij over duizend-tallen
En houdt op ieglijk duifje trouwe wacht."
De sperwer sprak: "Mijn God heeft vlucht en kracht,
En kan op eens uit hoger luchten vallen,
En die Volmaakte laat een juich-kreet schallen,
Wanneer zijn schone neb een doffer slacht."
Zo keven zij; de een riep: "Gij lastert God" -
En de ander: "Gij zijt dom" - "Gij wilt mij krenken" -
- "Godloochenaar! - Gij drijft met God de spot!"
Een uil, vol wijsheid, zag ik stilte wenken;
Die sprak: "Verdraagt elkaar, en weest niet zot,
Daar wij ons, allen, God met vleugels denken." -
----------------------------------
uit: Gedichten (1882)
neb, nebbe - mond, spitse bek van een vogel
Schrijver: Jacques PerkInzender: Redactie, 17 mei 2023
Geplaatst in de categorie: religie