biografie: F.H. Greb
1813 - 1868
Frederik Hendrik Greb
Rotterdam 1813 - 1867
Hij was voorbestemd om te gaan werken voor de tabakswinkel van zijn vader, maar hij legde zich toe op de literatuur.
In 1836 ging hij in Rijswijk wonen en in 1840 in Den Haag, waar hij een toneelcarrière wilde opbouwen.
In 1855 werd hij boekhouder en vertaler bij de Amsterdamse schouwburg, maar keerde in 1860 naar Rotterdam terug, waar hij in 1867 door ziekte werkloos werd en in armoedige omstandigheden in 1868 overleed.
Werk o.a.:
Gedichten (1838)
Tooneelen uit het dagelijksch leven (1839)
Nieuwe Gedichten (1843)
Opwekking voor Neerlands toekomst (1849)
Het feestvierend Rotterdam, bij de inwijding der nieuwe schouwburgzaal (1853)
Verspreide Gedichten (1855)
Godsdienstig A B C (1855)
Inzendingen van deze schrijver
1 resultaat.Profeteren en gezichten zien.
poëzie
5.0 met 1 stemmen
1.265 De Dichter toch is zoon van God,
De heemlen zijn zijne opperzalen.
't Verleden moet hem cijns betalen,
Hem, Ziener in 't verborgen lot.
- - - - - - - - - -
Heil ons! het schoon verleden keert,
De heuglijke eeuw van Gods Profeten;
Gezalfde zal ons hart u heten,
Die ons de Toekom...