inloggen

biografie: J.A. Alberdingk Thijm

1820 - 1889

[Amsterdam 1820 - 1889]

Alberdingk Thijm was  een strijder voor de culturele emancipatie der rooms-katholieken.

Hij was ook een van de drijvende krachten achter de bouw van het Rijksmuseum. 

Hij werd opgeleid voor de handel, dreef een zaak in scheepsbenodigdheden en duurzame levensmiddelen.

Als medewerker verbond hij zich aan diverse periodieken. Vanaf 1869 werd hij directeur van een uitgeverij. In 1876 werd hij benoemd tot hoogleraar in de Kunstgeschiedenis en Schoonheidsleer aan de Academie voor Beeldende Kunsten te Amsterdam.
Opgegroeid in een kunstzinnig koopmansgezin toonde Alberdingk Thijm al vroeg belangstelling voor literatuur, toneel, muziek en beeldende kunsten. Sinds 1840 verschenen in vele bladen bijdragen van zijn hand; de humoristisch getinte schetsen vaak onder de schuilnaam Pauwels Foreestier. Hij toonde zich een romanticus, verwant aan de door hem bewonderde Bilderdijk. Aanvankelijk schreef hij bij voorkeur gedichten, getuige het romantische verhaal De klok van Delft (1846). In de Muzenalmanak van 1851 publiceerde hij 'Het voorgeborchte', een gedicht tegen de liberale en verlichte tijdgeest, waarin hij zich door Bilderdijk het rijk der afgestorvenen laat binnenleiden gelijk Dante aan de hand van Vergilius.

Hierna schreef Alberdingk Thijm weinig poëzie meer. Belangrijker is hij als auteur van novellistisch proza, dat door een beeldende archaïserende stijl gekenmerkt wordt. In dit proza laat de auteur zich kennen als een schoonheidsminnaar, die door een katholiek idealisme geïnspireerd is. Hij stichtte in 1855 de Dietsche Warande, een orgaan voor een herlevende katholieke cultuur in Noord en Zuid.

De artistieke invloed en het aanzien van Alberdingk Thijm blijken ook uit de omstandigheid dat hij in niet-katholieke culturele kringen te Amsterdam een man van gezag was. In latere jaren werkte hij o.a. mee aan het weekblad De Amsterdammer.

Van zijn kinderen maakten Catherina (1848-1908) en Karel (1864-1952) naam in de literatuur, de eerste vooral als schrijfster van populaire verhalen, de tweede als Lodewijk van Deyssel. Beiden schreven een werk over het leven van hun vader.

WERK:

De organist van den dom (zj.)
Drie gedichten (1844)
De klok van Delft (1846)
Legenden en fantasiën (1847)
Palet en harp (1849)
Het voorgeborchte (1851)
Karolingische verhalen (1851)
Het voorgeborchte en andere gedichten (1853)
Magdalena van Vaernewyck (1854)
Isaäc da Costa (1860)
Levensbericht van Joost van den Vondel (1867)
Portretten van Joost van den Vondel (1876)
Verspreide verhalen in proza (1879-1884)
P.C. Hoofts Warenar met den Pot [gewijzigd en aangevuld t.b.v. het Tooneel onzer dagen] (1881)
Bundel gedichten, schetsen, novellen van I.A.A. Th. en zijn dochter C.Alb. Thijm (1883)


Inzendingen van deze schrijver

2 resultaten.

SNELDICHT.

poëzie
4.0 met 2 stemmen aantal keer bekeken 888
1. 't Is jammer, daar zijn doornen aan de rozen! Zo klaagt de pessimist, naar 't redeloos gebruik. Wij danken God, dat Hij, voor braven en voor bozen, Met schone rozen siert de wrede doornestruik. 2. ,,Voor allen Vrijheid!" eist de meerderheid der kranten. ,,Althans," zo gaan zij...

WERELD-WARSHEID

poëzie
5.0 met 1 stemmen aantal keer bekeken 594
Sterk, sterk mij, Heer, in 't hopen op de hemel: Hier is de helste glans een nevlige avondschemel ; De stoutste poëzie een zinloos, dwaas, geremel; De reinste liefde een wufte gloed: 0, maak mij los van de aard; maar geef mij moed en krachten 't Verlangde scheidingsuur in ootmoed af te...