biografie: Jan Engelman
1900 - 1972
Eig. Johannes Aloysius Antonius, Nederlands dichter (Utrecht 7.6.1900-Amsterdam 20.3.1972). In 1925 medeoprichter van
De Gemeenschap, het katholieke tijdschrift dat samen met De Vrije Bladen (1924) en Forum (1932) op het literaire leven in Nederland tijdens het interbellum grote invloed heeft uitgeoefend. Schreef van 1926 tot 1941 o.a. ook in De Nieuwe Eeuw, kritieken over literatuur en beeldende kunst, gebundeld inParnassus en Empyreum (1931) - waarin het opstel `De school des levens', naar aanleiding van Marsmans gedichten -, Torso (1931) en Tympanon (1936).
De dichtbundel Tuin van Eros (1933) werd in 1934 bekroond met de poëzieprijs van de Maatschappij der Nederlandse letterkunde; in 1954 ontving hij de Constantijn Huygensprijs voor zijn gehele werk. De Tuin van Eros droeg de schrijver op aan zijn `serafskind' Ambrosia, reden waarom men wel gewezen heeft op verwantschap met Hölderlin (Ambrosia-Diotima). Vooral het gedicht `Klein Air' is bijzonder melodieus. In sommige gedichten, slechts gedragen door klank, ritme en associatie (o.a. in de cantilene `Vera Janacopoulos') bereikt hij hoogten van poésie pure.
Dit muzikaal gevoel deed hem de tekst van Bachs Mattheüspassion (1950) en van Offenbachs Les contes d'Hoffmann vertalen, en het libretto schrijven voor de opera Philomela (1950, met muziek van H. Andriessen). Schreef ook versch. gelegenheidsspelen. De vertaling van Sophocles' Koning Oedipus(1955) en het reisverslag uit Griekenland, Twee maal Apollo (1955), getuigen eveneens van Engelmans grote belangstelling voor de klassieke Griekse cultuur.
Werken:
Het roosvenster (1927); Sine nomine (1930); Bij de bron (1937); Het bezegeld hart (1937); Noodweer(1942); Vrijheid (1945); Verzamelde gedichten (1960); Het bittermeer en andere gedichten (1969).
Inzendingen van deze schrijver
14 resultaten.Over het gras
poëzie
4.0 met 10 stemmen
4.275 Over het gras en over het water
dwaal ik achter de beminde
die ik vroeg en die ik later,
die ik nimmer, nimmer vinde.
Smalle schelpen zijn haar handen
om een eeuwge zee te horen,
in zijn wieg en broze wanden
zingt haar hart mijn wee verloren.
Handen die mijn hoofd niet koelen
met hun sn...
Bij de rozen
poëzie
3.0 met 8 stemmen
2.280 ‘Zij zijn voor sterven en vergaan geboren,’
zo dacht ik vluchtig toen ik bij de rozen was.
Maar schrok, en hoorde dreunen in mijn oren:
wat is u zelve, ijdel mens, beschoren,
zo kort als gij hier wandelt bij de rozen op het gras?
Adieu
poëzie
3.0 met 9 stemmen
2.714 Ik ben niet meer met u alleen
en op de peluw is er geen
o lieveling, die lot en leed
zo onafwendbaar zeker weet.
Geef mij uw mond en zie mij aan:
lang voor de zon, lang voor de maan
verzinken in de wereldmist
zijn onze namen uitgewist.
En wat mijn hand te strelen vond
zal l...
En Rade
poëzie
3.7 met 66 stemmen
21.230 <vocalise voor Cavalcanti>
Groen is de gong
groen is de watergong
waterwee, watergong
groen is de gong van de zee
Sulina, Braïla
Sulina, Brest
Sulina, Singapore
achter de vest
stem die mijn slaap doorzong
waterklok, watertong
koperen long van de ree
Sulina, Braïla
Sul...
Strofen
poëzie
2.3 met 10 stemmen
2.525 Liever is liefde mij dan de geliefde,
liever het lam dan de drachtige ooi,
liever de schicht die de voorhang doorkliefde
dan het vertrek met zijn weeldrige tooi.
Slaap in de schelp van uw marmeren nissen,
goden en helden, door niemand betreurd.
Water en wind zal uw namen uitwissen
tot een g...
Annabel
poëzie
5.0 met 2 stemmen
1.945 Mijn kleine, kleine Annabel
zij zong zo zuiver en zo schel
als fluiten op een glansrivier,
zij was geluk en leefde hier
mijn kleine, kleine Annabel
ik wist uw prille leden wel,
de trilling van die bloemenmond
wanneer een hand uw haren vond
mijn kleine, kleine Annabel
de geest is lang...
Orgelpunt
poëzie
5.0 met 1 stemmen
991 De man die uwe weelden mint
is weerloos als het kleine kind:
de wereld ging hem vreemd voorbij
als aan zijn borst uw hartslag lei.
Maar wat ons saamgedreven heeft
is wat in kleine bloemen beeft
en gonzend draagt het groot heelal:
't is twee-in-een, en dat is al.
Doorreis
poëzie
5.0 met 1 stemmen
1.728 God heeft ons spelende beschreven,
als kindren hulploos gaan wij heen.
Geen heul is ons in 't lest gebleven,
zijn diepe vaderlach alleen.
O bloed, bestijg de broze zomen
van dit gevonnist, schuldig lijf:
gij hebt een koninkrijk ontnomen
en gij alleen rekt ons verblijf.
Maar hoor,...
Zacht branden
poëzie
4.0 met 3 stemmen
2.831 Zacht branden van de teedre lenden:
een wiegeling, een wit satijn
aan mijne handen, de gewenden,
die met haar leest verzameld zijn
tot éne slag en in het stuwen
des bloeds niet laten van hun wit.
Die stem, die stameling bij 't huwen:
wie zijt gij? - En het diepst bezit
de tweel...
Conflict
poëzie
5.0 met 1 stemmen
2.684 Ik kuste de wreef, toen de fijne enkel:
haar schoot geurde wild als zo menig uur.
Maar zij trok het hemd weer over haar schenkel
en keerde zich zwijgende af, naar de muur.
Vrouwen
poëzie
5.0 met 1 stemmen
2.714 Met hare zachte handen rukken zij open
wat jaren lang ten bodem sliep -
nemen haar deel, met een glimlach, en hopen
op sterren en stromen, ànders licht en diep.
Gebed in 't Duister
poëzie
3.0 met 4 stemmen
1.955 Heer, behoed haar in de wereld
die ik lang mijn eigen noem.
In haar ogen staat bepereld
met uw eigen dauw de bloem
van een onverwelkbaar minnen
uit de grond der ziel geteeld.
En geen stervling zal bezinnen
op het eeuwig Aanvangsbeeld
lijk uw knecht, die hare leden
in het schemer...
Klein Air
poëzie
3.0 met 12 stemmen
1.826 Morgen drink ik rode wijn,
morgen zal mijn lief hier zijn.
In de warme lampeschijn
zal zij liggen, bleek en fijn.
Wilder dan een springfontein
breek ik uit, en ben weer klein
bij haar leden, zoet satijn,
diepe bedding, dieper pijn.
Morgen drink ik rode wijn,
morgen zal mijn lief hier zijn.
VERA JANACOPOULOS
poëzie
3.6 met 98 stemmen
32.035 Cantilene
Ambrosia, wat vloeit mij aan?
uw schedelveld is koeler maan
en alle appels blozen
de klankgazelle die ik vond
hoe zoete zoele kindermond
van zeeschuim en van rozen
o muze in het morgenlicht
o minnares en slank gedicht
er is een god verscholen
violen vlagen op het mos
...