inloggen

biografie: Jo Landheer

1900-1986

Jo Landheer

Johanna Petronella Landheer (Rotterdam, 16 oktober 1900 - Apeldoorn, 7 oktober 1986) is een Nederlandse dichteres.

Jo Landheer zat op de Rotterdamse meisjes-HBS en na het behalen van het eindexamen in 1918 behaalde ze in 1920 het staatsexamen Grieks en Latijn, waarna ze in Leiden klassieke talen ging studeren. Deze studie voltooide ze niet, gefrustreerd door het theoretische karakter van deze academische studie.

Ze debuteerde met 2 gedichten op zeventienjarige leeftijd in het tijdschrift Leven en Werken.

Jo Landheer leidde een teruggetrokken bestaan. Behalve Boutens, Toorop, Jan Jacob Slauerhoff, Victor E. van Vriesland, Henriëtte Mooij en haar broer  Bart Landheer meed ze mensen zo veel mogelijk. Maatschappelijk ondernam Jo weinig. Behalve een aantal jaren lidmaatschap van de beroepsvereniging voor schrijvers had ze geen behoefte zich bij een groepering aan te sluiten. Tussen 1935 en 1940 was zij wel redacteur van het literaire tijdschrift Helikon.

Jo Landheer beperkte zich tot het dichten zelf. Van reclame, radiopraatjes en optredens in literaire bijeenkomsten gruwde zij.

Ze overleed als praktisch vergeten dichteres in 1986.

Werk:

Van Jo Landheer verschenen in totaal zeven gedichtenbundels.

Haar eerste bundel Golven verscheen in 1925 in een oplage van honderd in de beroemde serie 'To the happy few' van uitgever Stols. De bundel werd niet in de handel gebracht, maar rechtstreeks verkocht aan relaties van de dichteres en de uitgever.

Vijf jaar later verscheen de tweede en vermeerderde (van zes naar twaalf gedichten) druk van Golven in de serie 'Trajectum ad Mosam' van dezelfde uitgever. De oplage bedroeg tweehonderd exemplaren, waarvan er dertig niet in de handel werden gebracht.

Donkere Vruchten verscheen in 1937 in een oplage van zestig exemplaren.

De bundel Enkele nieuwe gedichten pubiliceerde zij in 1950. De oplage van vijftig exemplaren werdt niet via de boekhandel verkocht.

Haar laatste bundeltje, Zestien Gedichten, verscheen veertien jaar later in een oplage van vijftig exemplaren.

Haar gedichten werden door haar in zeven tijdschriften geplaatst: Leven en Werken (2), Elseviers Geïllustreerd Maandschrift (5), De Nieuwe Gids (11), Helikon (22), De Nieuwe Stem (7), De Gids (17) en Maatstaf (2).

1925 - Golven
1930 - Golven
1937 - Donkere vruchten
1941 - Verzamelde gedichten
1950 - Enkele nieuwe gedichten
1954 - Verzamelde gedichten
1964 - Zestien gedichten


Inzendingen van deze schrijver

1 resultaat.

De Gek

gedicht
4.0 met 6 stemmen aantal keer bekeken 8.182
Ze hadden hem weer nageschreeuwd, Met stenen en met vuil gesmeten. Zijn ogen in het wit gezicht Waren twee doffe, weggezonken spleten. Hij liep gedoken als een moede vogel Langs de haven, waar de vissers stonden. Daar schuw voorbij. Voor hem lag grauw en wijd De zee en fluisterde...