biografie: Lodewijk van Deyssel
1864 - 1952
[Amsterdam 1864 - Haarlem 1952]
Van Deyssel is het pseudoniem van Karel Johan Lodewijk Alberdingk Thijm.
Lodewijk van Deyssel behoort tot de Beweging van Tachtig en was met zijn vele opstellen in `De Nieuwe Gids` vooral belangrijk als de criticus van deze beweging.
Van Deyssel maakte naam met zijn felle uitingen van spot en afkeer van de oude garde met hun moralistische literatuur, maar kon ook heel nauwkeurig analyseren.
Zijn psychologische roman `Een liefde` (1887) werd bewonderd en verguisd. In die tijd schreef hij nog volledig in de stijl van het naturalisme.
Zijn De kleine republiek (1889), waarin hij putte uit zijn eigen ervaringen op de roemruchte katholieke kostschool Rolduc bij Kerkrade, verwekte eveneeens opschudding. Van Deyssel beschreef deze instelling als een waar terreurinstituut.
Later leed zijn proza onder zijn experimenteerdrang en een uitputtende volledigheid (o.a. `De kleine republiek', 1889).
Zijn kritische opstellen blijven leesbaar.
Ook schreef Van Deyssel een biografie over zijn vader: `J.A. Alberdingk Thijm` (1893)
Werk:
- Over literatuur (1886)
- Een liefde (1887)
- De kleine republiek (1889)
- De dood van het naturalisme (1891)
- De zwemschool (1891)
- Menschen en bergen (1891)
- Multatuli (1891)
- J.A. Alberdingk Thijm (1893)
- Blank en geel (1894)
- Prozastukken (1895)
- Van Zola tot Maeterlinck (1895)
- Caesar (1896, herdr. in Verzamelde Werken, VI)
- Kindleven (1904)
- Verbeeldingen (1908)
- Het leven van Frank Rozelaar (1911, in 1958 compleet, in 1982 opnieuw herzien en)
- Werk der laatste jaren (1923)
- Gedenkschriften (1924)
- Nieuwe kritieken (1929)
- Aantekeningen bij lectuur (1950)
Inzendingen van deze schrijver
5 resultaten.Ik ben in eenzaamheid niet meer alleen
poëzie
3.0 met 77 stemmen
26.077 Ik ben in eenzaamheid niet meer alleen,
Want waar mijn ogen langs de wanden dwalen
Schemert uw lach daarheen. Ontelbre malen
Hoor ik in 't klokgetik uw voeten treên.
En langzaam nadert gij, zo ver, zo kleen...
'k Zie dat een brede neevlenkring met vale
Lichtloze sluier u omhult; dan dalen...
IK HEB VAN-NACHT MIJN KUSSEN NAT GEWEEND
poëzie
3.2 met 297 stemmen
59.434 Ik heb van-nacht mijn kussen nat geweend.
Van u droom ik zoveel en zoveel uren
Heb ik geschreid met op uw beeld te turen.
Ik heb zo vaak, in stilte alleen, gemeend,
Dat gij van elke kant, door alle muren,
Verschijnen zoudt en wij tesaam vereend
Verbleven tot ge uw hart mij had geleend
Om '...
Oorlogsbegin
poëzie
5.0 met 7 stemmen
3.850 Een blanke hemel welft zich over 't land,
Waar stoere boeren van de arbeid keren
En knapen zingend lopen hand aan hand.
Vast in de vrede, die geen angst kon deren,
Verdonkren de gezichten, die zich keren
Van waar de zon nog flauw in 't Westen brandt
Achter het hoge bergkam-woud, als sper...
Burgerhuisje.
poëzie
4.0 met 1 stemmen
1.733 Door 't burger-huis op laten middag traden
Wij de open lucht in, waar seringen-geur
Hing over de achterdeur en lente-wind
Stil witte wolken dreef door 't hemelblauw.
Een kleine stadse tuin, alzijds bemuurd
Door grauwe steen, en waar een enge ring
Groen gras en witte kiezel 't perk
Ve...
SONNET
poëzie
4.0 met 5 stemmen
1.771 Ik ben in eenzaamheid niet meer alleen,
Want waar mijn ogen langs de wanden dwalen
Schemert uw lach daarheen. Ontelbre malen
Hoor ik in 't klokgetik uw voeten treên.
En langzaam nadert gij, zo ver, zo kleen...
'k Zie dat een brede neevlenkring met vale
Lichtloze sluier u omhult; dan dalen...