In valse schemer
netgedicht
Eén was er, in wie de stam hurkte:
hij namelijk, was, in zichzelf, de wind in het slapend vuur,
de vonk in de stervende sintelpartijen,
de luidklok in de schedels
van het schamel volk, zijn kinderen en grootvaders.
In beide handen droeg hij, vooruit, het teken:
de vederen jas van de aasvogel.…