Hij vult beide handen
met dieprode doornen
rozen slaan taal stuk
in glas in lood
het kroontje speelt
met de schaduw
rond haar gezicht
maar laat in ogen
de lach verbloemen
beneveld worden stelen
verzopen in de laatste steken
haar huid blijft lelieblank
de striemen leven onderhuids…
Hij raakt haar huid
tergend langzaam
snijdt woorden
met gekartelde tong
langzaam loopt zij
uit de adem van vandaag
waar gras ooit groen was
groeiden madeliefjes alleen maar
om bloemenringen te vlechten
haar uitval zet een
kleurrijke pet op
ogen doen inzicht dicht
lokken dansen nooit meer…