éen rode knop tooit nog
de uitgebloeide stokroos
geen bij zal komen
haar bloei is bevroren
door bijtende nachtvorst
een heroïnehoertje sterft
door een overdosis
zij is uitgetippeld
haar naam is Roos…
Er verschijnt gelatenheid
op haar gezicht
uitgeblust mat
zal ze weer
alles doen
wat wordt verlangd
zoals een klimplant
strengelt ze zich
om iedere man
tot haar leven
gesnoeid wordt
net te ver
veel te jong…
De maan bescheen ‘t naakte huid
van haar, die achter ‘t venster zat
Ze hoorde aanhoudend het gefluit
en het vragende: Ga je mee schat
Haar gordijnen schoven soms toe
als weer een man de liefde zocht
Ze was nog lange niet levensmoe
maar feit was dat ze was gekocht
Haar lichaam was zo jong en teer
bijgevolg ontfermde zich die vent
Over haar…