Keetie van Oosten-Hage
netgedicht
het oosterscheldewater
met westenwinden hengstend op je tater
een knollenland van fietserspoëzie
Zeeuws meisje werd uniek przewalskipaard:
parmantig, onbeteugeld, stevig frame
met pegazussen als de kroost van Heem
in rengalop op ’t stalen ros Beyaert
(maar díe legende redde het toch niet
verdronk net als zovele Zeeuwse dorpen)
En Kéétie…